Veranderingen in de WMO

Op 1 januari 2007 trad de WMO regeling (Wet Maatschappelijk Ontwikkeling) in werking. Deze wet is een vervanging van de Welzijnswet en de WVG (Wet Voorzieningen Gehandicapten) en bepaalde gedeeltes van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De wet heeft een aantal maatschappelijke doelstellingen:  
  • het bevorderen van de zelfredzaamheid van burgers met een beperking
  • de (maatschappelijke) participatie van burgers
  • het versterken van de sociale samenhang en leefbaarheid op lokaal niveau
  De gemeente stelt vast of een persoon in aanmerking komt voor WMO ondersteuning, iedere gemeente stelt hierin zijn eigen voorwaarden. De regels voor hulp uit de WMO gaan de komende jaren veranderen. Met ingang van 2015 worden de gemeenten volledig verantwoordelijk voor alle activiteiten die vallen onder verzorging, begeleiding en ondersteuning.   Inmiddels is de uitleen van hulpmiddelen per 1 januari 2013 verdwenen uit de AWBZ. Hulpmiddelen zijn nu alleen nog ondergebracht in de Zorgverzekeringswet (ZVW) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO). Bovendien moeten per 1 januari 2013 mensen eenvoudige loophulpmiddelen zelf betalen. Het gaat dan om rollator, looprek, loopkruk en wandelstok. Ze vallen niet meer onder aanspraak van de ZVW, de AWBZ en de WMO. Over het algemeen komen hulpmiddelen welke noodzakelijk zijn voor transport en zelfstandig vervoer wel in aanmerking voor vergoeding denk bijv. aan een rolstoel of scootmobiel. Hiervoor geldt overigens wel een plicht tot hergebruik, men hoopt zo € 50 miljoen te besparen. Dat deze hulpmiddelen onder een wet gaan vallen voorkomt dat mensen nog bij meerdere loketten moeten zijn en van het kastje naar de muur worden gestuurd. Nu is het bijvoorbeeld zo dat men een rolstoel zes maanden in bruikleen kan hebben vanuit de AWBZ. Indien deze rolstoel daarna nog nodig is, moet deze via de WMO opnieuw aangevraagd worden en wordt deze vervangen door een zelfde exemplaar.   Ook begeleiding en persoonlijke verzorging vallen nu nog onder de AWBZ. Omdat gemeenten beter kunnen inspelen op de behoeften en omstandigheden van de cliënten wil het kabinet dat deze ondersteuning vanaf 2015 onder de WMO gaat vallen. In 2014 wordt de functie “begeleiding” in de AWBZ beperkt door de aanspraak op dagbesteding te laten vervallen. Voor de functie “persoonlijke verzorging” vervalt in 2014 het recht op zorg bij een indicatie korter dan 6 mnd. en wordt de norm voor gebruikelijke zorg van 60 naar 90 minuten per week verhoogd.   Het recht op huishoudelijke hulp worden vervangen door een maatwerkvoorziening voor degenen die het echt nodig hebben en het niet uit eigen middelen kunnen betalen. Het beroep op de bestaande huishoudelijke hulp in de WMO wordt voor nieuwe aanmeldingen in 2014 beëindigd. Voor bestaande cliënten gaat de maatregel in 2015 in.







Login met Facebook

----------------------- OF -----------------------

Log in met uw ZorgBeurs account





Wachtwoord vergeten?
----------------------- OF -----------------------

Registreren